Ga direct naar de inhoud.

Verdeling huwelijksgoederengemeenschap

Als echtgenoten voorafgaand aan het huwelijk geen huwelijksvoorwaarden laten opstellen bij een notaris, dan zijn zij van rechtswege gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Dit betekent in principe dat alles wat de echtgenoten bezitten aan goederen, rechten en schulden, van hen beiden is en dat ieder gerechtigd is tot de helft. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen hetgeen vóór het huwelijk en hetgeen tijdens het huwelijk is verkregen.

Ontbinding huwelijksgemeenschap

Indien sprake is van gemeenschap van goederen, dan zal bij de echtscheiding deze huwelijksgoederengemeenschap eerst worden ontbonden en vervolgens worden verdeeld. De ontbinding vindt plaats op het moment van indiening van het echtscheidingsverzoekschrift bij de rechtbank. De ontbinding houdt in dat niets meer aan de gemeenschap wordt toegevoegd en dat er niets meer vanaf gaat. Wat resteert is een pakket van goederen en schulden, dat dient te worden verdeeld tussen de echtgenoten.

Verdeling huwelijksgemeenschap

Na ontbinding, gaat men over tot de verdeling, ook wel genoemd de boedelscheiding. Dit houdt kortgezegd in dat de bezittingen en schulden tussen de echtgenoten worden verdeeld. De meest praktische aanpak is voorafgaand een overzicht op te stellen van de bezittingen en schulden die in de gemeenschap vallen en verdeeld moeten worden, met daarbij genoemd de waarde van de bezittingen en schulden. Door vervolgens ieder afzonderlijk vermogensbestanddeel aan één van de partners toe te delen, kan worden bezien wat de waarde is van de totale bezittingen en schulden die een echtgenoot uit de gemeenschap verkrijgt. Krijgt de ene echtgenoot meer dan de ander, dan zal deze een zogenaamde overbedelingschuld hebben. Uitgangspunt is dat ieder recht heeft op de helft van de ontbonden gemeenschap.

Waardebepaling gemeenschappelijke goederen

Op het moment van ontbinding van de huwelijksgemeenschap, bevriest deze als het ware. Alle op dat moment aanwezige bezittingen en schulden vormen de omvang van de ontbonden huwelijksgemeenschap. De waarde van de te verdelen bezittingen wordt echter pas bepaald op het moment van verdeling. Er zijn dus verschillende peildata voor de omvang van de gemeenschap (het moment van ontbinding) en de waardering van de gemeenschap (het moment van verdeling). Vaak wordt in overleg een waarde verbonden aan de verschillende bezittingen, om de verdeling praktisch af te kunnen wikkelen. Bij bijvoorbeeld een woning, kan afgesproken worden dat een makelaar bindend advies geeft over de waarde van de woning.

Beslissing door de rechter

Indien partijen ten aanzien van de verdeling geen overeenstemming kunnen bereiken, dan zal de rechter een beslissing moeten nemen. De rechter kan allereerst bepalen wie het meeste belang heeft bij toedeling van een bepaald goed. Voorts kan de rechter bepalen welke waarde aan een bepaald goed wordt toegekend; hier gaat over het algemeen een waardering door een deskundige aan vooraf.

Privévermogen

Op het regime van de huwelijksgoederengemeenschap bestaan enkele uitzonderingen. Vermogen verkregen door schenking of vererving, waaraan een uitsluitingsclausule is verbonden, valt niet in de gemeenschap en is privévermogen van de verkrijgende echtgenoot.

Een andere uitzondering betreft vermogensbestanddelen die verknocht zijn. Van verknochtheid is zelden sprake. Een voorbeeld van een verknocht goed is een immateriële schadevergoeding.

 

Downloads met meer informatie

Lees ook