Verbreking samenleving
Bij een verbreking samenleving zijn de regels die gelden voor ex-gehuwden, niet van toepassing. Er bestaat geen gemeenschap van goederen en er zijn geen verrekenbedingen van toepassing. Indien de samenlevers een notariële samenlevingsovereenkomst hebben laten opstellen, kan deze overeenkomst als leidraad dienen voor de afwikkeling van de verbreking van de samenleving. Ontbreekt een samenlevingsovereenkomst, dan gelden de algemene goederenrechtelijke- en verbintenissenrechtelijke bepalingen.
Eenvoudige gemeenschap
Het komt voor dat samenlevers samen een goed aanschaffen. Vaak gaat het om een woning die samen wordt aangekocht. Deze woning vormt dan een eenvoudige gemeenschap. Deze eenvoudige gemeenschap dient na verbreking van de samenleving te worden verdeeld, naar rato van ieders aandeel hierin (over het algemeen 50/50). De woning kan worden toegedeeld aan één van partijen, waarna de over- of onderwaarde wordt verrekend bij helfte. Ook kan de woning worden verkocht en de opbrengst tussen partijen worden verdeeld.
Een woning is een registergoed, zodat hiervan duidelijk vast kan worden gesteld wie eigenaars zijn van de woning. Ook andere goederen kunnen echter gemeenschappelijk zijn omdat ze samen zijn aangeschaft. Denk hierbij aan een auto die door partijen bij helfte is gefinancierd of een samen aangekochte inboedel. Ook deze goederen dienen te worden verdeeld door toedeling aan één van partijen of verkoop van het goed en verdeling van de verkoopopbrengst.
Vergoeding
Indien één van partijen meer heeft geïnvesteerd in de woning dan de andere partij, dan ontstaat een vergoedingsrecht. Uitgangspunt is tenslotte dat ieder de helft dient bij te dragen in een gemeenschappelijk goed. Deze vergoedingsvordering is nominaal. Dit betekent dat het geïnvesteerde bedrag dient te worden verrekend en geen rekening wordt gehouden met een waardestijging of een waardedaling van het betreffende goed.
Een vergoedingsvordering kan ook ontstaan als in een goed van de ander wordt geïnvesteerd. Dat kan zijn door bijvoorbeeld een deel van de hypotheekschuld af te lossen voor de ander, of door een bijdrage te leveren in een goed, dat door de partner wordt aangeschaft. Dat bedrag dient ook nominaal te worden terugbetaald, ongeacht een waardestijging of –daling.